Spannend kort verhaal: Waar is Ivy? (2024)

Spannend kort verhaal: Waar is Ivy? (1)

  • Persoonlijke verhalen
  • Spannend kort verhaal: Waar is Ivy?

19 april 2024

Houd jij van thrillers? Dan wil je ‘Waar is Ivy?’ van Inge van Prooijen zeker lezen. Wij delen alvast het eerste hoofdstuk met je.

Ivy zet het op een brullen. Haar hele lichaam doet mee, haar voetjes spartelen wild in het rond en trappen tegen mijn buik. Een felle pijn vlamt op en alles wordt wazig. Ivy was vannacht bijna elk uur wakker: eerst voor haar speen die op de grond was gevallen, dan een schone luier, vervolgens een slokje water, een knuffel, een lampje aan, een lampje uit en twee keer een voeding. Ik zucht vermoeid en knipper een paar keer met mijn ogen. Het liefst brul ik met haar mee, maar ik klem mijn kaken stevig op elkaar. Met mijn linkerarm druk ik haar warme, mollige lichaampje dicht tegen dat van mij. Mijn rechterhand glijdt over de commode. Waar is dat verdomde ding? ‘Ssst, ssst, ssst.’ Mijn hand raakt iets zachts. Hebbes. Ik sluit mijn vinger rond de stof van haar doekje en trek hem naar me toe. Aan het uiteinde bungelt een speen. Ivy stopt abrupt met huilen als ze haar speen ziet. Ze glimlacht en pruttelt naar me. Haar blauwe ogen kijken me onschuldig aan. Die ogen, die heeft ze van mij. Ik voel haar ontspannen. Ik kus haar bolle wangetje, wieg haar nog een paar keer heen en weer, snuif haar geur op en haal een aantal keer diep adem. De klok op het plankje boven de commode geeft dat het elf uur is geweest. sh*t, ik moet nu echt aan de slag. ‘Ik hou van je, gup, ga maar lekker slapen.’ Zodra ik haar in haar bedje leg draait Ivy zich om naar Panda, haar lievelingsknuffel. Ik zet het raam op een kier, trek haar gordijn dicht en zet de ruismachine aan. Toen ik hoogzwanger in een babywinkel stond, vertelde de verkoopster dat het een onmisbaar item was. De constante ruis lijkt op het geluid dat baby’s horen in de baarmoeder, de herkenning zou zorgen voor een diepere slaap. Op mijn tenen sluip ik haar kamertje uit.
Lief gaan slapen, lief gaan slapen nu, lief gaan slapen. Alsjeblieft?
Op de gang blijf ik staan. Ik hoor alleen de ruismachine en op de achtergrond geluiden van buiten; fluitende vogels, en de buurman van op de hoek die elke week trouw om deze tijd het gras maait. Voetje voor voetje schuifel ik naar achter, naar de woonkamer, waar mijn laptop en de deadline al op me wachten.
‘Eh, eehhhh. Owh. Eh, eehhhh.’
Mijn spieren verstijven en mijn hart klopt als een bezetene in mijn keel. Ik durf bijna geen adem te halen.
Tot tien tellen. Niet meteen gaan, Lizzy. Eerst tot tien tellen.
‘Waaa…’
Ik bijt op mijn lip. Je zou denken dat je als moeder áltijd weet wanneer het menens is en wanneer je het kunt laten gaan. Dat je intuïtie je op dat vlak nooit in de steek laat. Niets is minder waar. Ik spits mijn oren, maar het blijft nu stil. Ivy heeft zich overgegeven aan haar dutje.
In de keuken zet ik koffie, mijn zesde al deze ochtend, ondanks mijn voornemen om te minderen met cafeïne. Maar ach. Sommige ochtenden lenen zich nu eenmaal niet voor discipline. Mijn laptop staat opengeklapt op de eettafel, met daarnaast het geheugenkaartje van mijn camera met alle productfoto’s erop. Foto’s van mijn aller-aller-allerlaatste Instagram-campagne. Inwendig spring ik op en neer bij dat besef.
Ik ben moe, of wat zeg ik? Ik ben doodop.
Uitgerekend vanavond heb ik mijn eerste date met Jamie. Moet ik die niet verzetten?
Gisteravond verstuurde ik de een-na-laatste campagne in, voor een bekend merk scheermesjes in abonnementsvorm. Ik had foto’s gemaakt in de badkamer. Ivy op mijn heup, mijn been ‘uiterst nonchalant’ op de rand van de badkuip, en maar scheerbewegingen maken. Zoef, zoef, zoef. Ivy kwam niet meer bij en mijn benen waren nog nooit zó glad geweest als toen ik eindelijk tevreden was met de foto’s.
Ik veeg een pluk haar achter mijn oor en log in.
Sirpa was niet blij met mijn besluit om te stoppen, maar het sierde haar dat ze niet probeerde me overhalen om door te gaan. Zodra de laatste opdracht is goedgekeurd, kap ik ermee. Het geld dat ik in de afgelopen maanden heb verdiend, geeft me de ruimte om niet meteen halsoverkop in het volgende avontuur te hoeven duiken. Eerst maar eens even bijkomen. Misschien wil ik wel studeren, of een cursus volgen. Ik moet in elk geval offline. Weg uit die gestoorde online bubbel. Als vanzelf pak ik mijn telefoon, mijn vingers leiden een eigen leven, ze openen Instagram. Ik scrol door mijn privéberichten. Vraag me niet waarom, maar ik bewaar ze allemaal.

‘Gatver, wat ben jij veel met jezelf bezig.’
‘Lekker je kind ho*reren voor geld.’
‘Je hebt geen idee hoe dankbaar je zou moeten zijn, ik zit al járen in een ivf-traject. Ik zou een moord plegen voor een baby, en jij hebt er alleen maar last van.’
‘Wanneer wordt commerciële uitbuiting van kinderen nou eens strafbaar gemaakt? Ik ben helemaal klaar met al deze op geldbeluste influencers. Kunnen we dit ergens melden? Hallo #Veiligthuis kijken jullie mee?’
‘Wat een zeikwijf, je had Ivy ook kunnen aborteren hè?’

Ik slik opkomende tranen door. Sirpa zei dat ik een ‘olifantenhuid’ moest kweken. Maar die heb ik niet, nooit gehad en ik geloof ook niet dat ik die ooit ga krijgen. Mijn huid is flinterdun, met elk naar bericht ontstaan er nieuwe scheurtjes, schaafwonden, en plekken die niet meer goed genezen, boven op de plekken die er al zaten.

‘Houd je kind maar goed in de gaten, voor je het weet is ze weg. Poef.’
‘Wist je dat kinderen hun ouders kiezen? Ik denk niet dat ze nog lang bij jou blijft…’
‘Iemand zou dit kind bij je moeten weghalen.’
‘Ivy Ivy, Ivy, zal je moeder je missen, als ik je weg kom grissen?

Begrijp me niet verkeerd: van alle berichten die ik dagelijks ontvang zijn verreweg de meeste lief, hartverwarmend, vol herkenning, tips en motivatie. Maar dat zijn natuurlijk niet de berichten die blijven hangen, hè? Dat weten we allemaal. Het zijn de haatberichten die alle zuurstof uit de lucht lijken te zuigen, alle ruimte innemen in mijn hoofd, en alle leuke dingen wegduwen.
Niet aan denken.
Ik doe mijn oortjes in en schuif de geheugenkaart in de daarvoor bestemde opening. Ik haal de foto’s op voor BITY, een nieuw merk gezonde tussendoortjes voor kinderen. Ik zoom in bij de eerste foto. Ivy ligt op het speelkleed met een sabbelchipje in haar mond. De verpakking ligt naast haar, de slogan goed in beeld: ‘Een speelse manier om je kind aan de smaak van groente te laten wennen.’ Ik wist niet dat je daar chipjes voor nodig had, in plaats van groente – om maar even iets geks te noemen, maar goed. De campagnecoördinator van BITY, ene Elsbeth, had een duidelijke visie. Per mail had ze allerlei richtlijnen gestuurd. Nou, de foto’s moeten maar goed zijn, anders geef ik de opdracht terug. Sirpa en Suus zouden daar niet blij mee zijn, zéker Suus niet. BITY was de eerste klant die ze zelf had binnengehaald voor het agentschap van Sirpa, maar ik heb geen fut om iets nieuws te bedenken. Ik kijk op mijn telefoon weer naar de tijd; over drie kwartier moet ik de foto’s insturen. Het is maar goed dat ze me niet persoonlijk kennen en niet weten dat ik alles altijd pas op het laatste moment doe. Mijn gevoel zegt dat Elsbeth daar stress van zou krijgen.
Al snel maak ik een eerste selectie van tien foto’s. Deze foto’s bekijk ik nauwkeuriger, niet alleen of het product er goed op staat, maar ook hoe Ivy kijkt. Ik let op scherpte, de compositie en de belichting. De mooiste drie foto’s sleep ik naar een ander programma om ze te bewerken. Ik ben misschien nog wel het langst bezig met mijn mail naar BITY. Morgen hoor ik of ze akkoord gaan met de beelden, met de begeleidende tekst en voorgestelde hashtags. De communicatieafdeling van BITY zal zich daar vast nog over buigen.
Zo, klaar. Ik klap mijn laptop dicht.
Tien voor twaalf. Met een beetje geluk slaapt Ivy nog een halfuur. Ik rek me uit en kijk mijmerend door het raam aan de voorzijde naar buiten. Wat zullen Ivy en ik vanmiddag eens doen? We kunnen naar de speeltuin op de hoek, of met de fiets naar de duinen. Buurman Bert sloft langs met een grote boodschappentas om zijn arm. Hij zwaait met zijn vrije arm, ik zwaai terug en glimlach. We moeten in elk geval naar de supermarkt. Ik schrijf een ouderwets boodschappenlijstje en stop dat in mijn achterzak. Dan zet ik thee en pak uit de voorraadkast – tegen beter weten in – een reep chocola. Ik probeer geen ongezonde dingen meer in huis te halen, maar ik had met dit merk samengewerkt. Naast een leuk bedrag op mijn rekening, leverde het ook een doos vol lekkers op. Genoeg chocola voor maanden. Of jaren, als je er verstandig mee om weet te gaan. Ik had wat aan Bert en Karin uitgedeeld om ze te bedanken voor de talloze keren dat ze op Ivy pasten, maar er was nog meer dan genoeg over.
Ik plof op de bank. Voornamelijk opgelucht, maar ik kan niet ontkennen dat mijn kaken gespannen staan. Wat gaat rust met me doen? De afgelopen jaren bestonden uit rennen, vliegen en overleven. Ik ben verhuisd, naar een ander land nota bene, bevallen van Ivy, in een verzorgingshuis gaan werken, heb ontslag genomen, gevolgd door een flitscarrière als influencer – een online bestaan dat me opzoog als een spons tot het me uitspuugde als kauwgom waar de smaak af is. One day your hot, the next day you’re not. Ik sluit mijn ogen en dwing mezelf om aan iets leuks te denken, om me te ontspannen. Wonder boven wonder werkt het en ik voel dat ik wegdoezel.

Ik schrik wakker van een hard geluid. Vliegensvlug kom ik overeind. Het geluid is weer weg, het is stil. Vast iets van buiten. Slaperig rek ik me uit. Op het tafeltje naast me staat de mok met thee en ik neem een slok. Een rilling trekt door mijn lijf; de thee is koud. Hoelang heb ik geslapen dan? Ik pak mijn telefoon en zie tot mijn grote verbazing dat het al bijna twee uur is. Zo zo, Ivy slaapt zelden langer dan twee uur achter elkaar overdag. ’s Nachts trouwens ook niet. Mensen die het hebben over ‘slapen als een baby’, die hebben geen baby. Ik laat me weer op de bank zakken en sluit mijn ogen. Als Ivy wakker wordt, dan hoor ik het wel.
Of zal ik heel even bij haar gaan kijken? Ik kom weer overeind. Mijn overbezorgde moederhart maakt weer eens overuren. Ik schuifel door de gang, richting haar kamer. Heel voorzichtig beweeg ik de deurklink naar beneden. De ruismachine ruist zachtjes door. Beetje bij beetje open ik de deur. Haar kamer is minder donker dan ik had verwacht, en als ik de deur nog iets verder open, zie ik waardoor dat komt. Het gordijn is opengewaaid. Ik duw de deur nog een stukje open; hij kraakt. Ik houd mijn adem in. In het afgelopen jaar ben ik een expert geworden in zachtjes een kamer in en uit gaan. Regelmatig sluip ik als een dief door mijn eigen huis. Alles voor een beetje slaap en wat rust. Ik kijk naar haar bedje; ze is van de spijlen weggerold. Ik zet een stap over de drempel. Ik strek mijn nek, kijk in haar bedje en zet nog wat passen dichterbij. Ik zie haar niet. En als ik nog beter kijk snap ik waarom. Haar bedje is leeg. Ik hap naar adem en uit mijn keel komt een raar geluid. Ik buk, kijk onder het bed, op de grond. Ik open de kast in de hoek. Verward probeer ik grip te krijgen op deze situatie. Ze is nog veel te klein om uit bed te klimmen, maar ik kan de impuls om haar te zoeken niet onderdrukken. Ik ren de gang op. Mijn hoofd suist en ik heb het bloedheet, alsof ik langer dan de aanbevolen twintig minuten in de sauna heb gezeten. Het lukt me niet om helder na te denken. Ik gooi de deur van mijn eigen slaapkamer open. Geen Ivy. De badkamer. Geen Ivy. Zo groot is mijn huis niet. Het raam! Het is alsof de radertjes in mijn brein weer tot leven komen. Ik stuif haar kamer in en schuif het gordijn helemaal terug in de rails. De beugel waarmee ik het raam op een kier had gezet is losgeraakt. Of losgemaakt? Ik spring door het raam naar buiten en beland in het hoge gras. Ik kijk de tuin rond. Leeg. De deur van het achterommetje staat op een kier. Ik gebruik het achterommetje niet, nooit. Even weet ik niet wat te doen. Dan kom ik in actie. In een paar grote passen ben ik bij de houten deur, ik ruk hem helemaal open en beland in de smalle steeg erachter. Ik vul mijn longen met lucht. ‘Ivy, Ivy, Ivyyyy!’ Mijn stem sterft weg in het lege steegje. Geen reactie. Mijn lichaam begint te trillen. Ze is weg. Mijn dochter, mijn alles. Mijn keel gaat open en ik gil zoals ik nog nooit eerder heb gegild. De gil lijkt me van binnenuit op te eten, te verslinden, tot er niets meer van me over is. Bert steekt zijn hoofd over de schutting. Met een diepe frons kijkt hij me aan. ‘Lizzy, gaat het?’
‘Ivy!’ zeg ik. ‘Ze is weg!’ Ik sla mijn handen voor mijn gezicht, ik wil de uitdrukking op zijn gezicht niet zien.

Meer lezen? Klik op onderstaande button.

Waar is Ivy?

Inge van Prooijen

Bekijk hier

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

Spannend kort verhaal: Waar is Ivy? (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Stevie Stamm

Last Updated:

Views: 6233

Rating: 5 / 5 (80 voted)

Reviews: 87% of readers found this page helpful

Author information

Name: Stevie Stamm

Birthday: 1996-06-22

Address: Apt. 419 4200 Sipes Estate, East Delmerview, WY 05617

Phone: +342332224300

Job: Future Advertising Analyst

Hobby: Leather crafting, Puzzles, Leather crafting, scrapbook, Urban exploration, Cabaret, Skateboarding

Introduction: My name is Stevie Stamm, I am a colorful, sparkling, splendid, vast, open, hilarious, tender person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.